Over ons
Samenwerking in innovatie voor de zorg van de toekomst
Het CrossCare 2.0-project ondersteunt en faciliteert de ontwikkeling van innovaties in de Vlaamse en Nederlandse zorg- en welzijnssector. Bedrijven en/of zorgorganisaties die een zorginnovatie willen uitwerken, kunnen tijdens verschillende CrossCare 2.0-oproeprondes (‘waves’) een innovatievoorstel indienen. Zorgproeftuinen langs beide zijden van de grens ondersteunen en stimuleren daarna de geselecteerde bedrijven-ontwikkelaars en testen/evalueren/demonstreren hun innovatie bij eindgebruikers. Tegelijkertijd kunnen de geselecteerde organisaties ook rekenen op financiële ondersteuning vanuit een innovatiefonds.
CrossCare 2.0 zal de ontwikkeling en implementatie van de geselecteerde innovatietrajecten in zorg- en welzijnssector dus met name stimuleren en versterken door:
- Een ‘CrossCare 2.0 – Innovatiefonds’: bedrijven en/of zorgorganisaties die een zorginnovatietraject uitvoeren, kunnen tot maximaal 100.000 EUR van hun projectkosten gesubsidieerd krijgen.
- Actieve ondersteuningstrajecten via zorgproeftuinen: CrossCare 2.0 zal daarnaast per goedgekeurd innovatietraject ook ondersteuning op maat bieden via een Vlaamse én een Nederlandse zorgproeftuin die een dienstverleningsaanbod op maat samenstellen op basis van de noden/ behoeften van het geselecteerde innovatietraject.
Op deze manier bouwt CrossCare 2.0 verder op de basis en kernelementen van het eerste en succesvolle CrossCare 1.0-programma (2016-2021) en streeft het dezelfde basisdoelstellingen na. Dit nieuwe CrossCare 2.0-programma biedt zo opnieuw een sterk gemeenschappelijk ondersteunend kader dat MKB/KMO’s en innovatieve zorg- en welzijnsorganisaties een grensoverschrijdende hands-on begeleiding biedt bij de ontwikkeling van een innovatief product, proces of dienst.
Projectduur
Budget
Partners
Het project wordt uitgevoerd door 11 partners uit de grensregio Vlaanderen-Nederland en gecoördineerd door hogeschool Thomas More Kempen. Het past binnen het INTERREG Vlaanderen-Nederland-programma en krijgt aanvullende steun van een aantal van de betrokken provinciebesturen in Vlaanderen en Nederland.